Eind februari kondigde VWS aan een aanbesteding te starten. “Dit doen we omdat we als VWS meer willen sturen op gebruiksvriendelijkheid en dat vraagt een andere manier van financieren”, aldus het ministerie in een toelichting op de aanbesteding. Het uiteindelijk doel van de aanbesteding is “de selectie en financiering van drie goede en gebruiksvriendelijke PGO’s voor alle inwoners van Nederland.”
Selectieve financiering
Tot voor kort konden alle veertien PGO-leveranciers aanspraak maken op een vergoeding op basis van het aantal aansluitingen. In het kader van deze Open House regeling is er de afgelopen jaren zo’n 7 miljoen euro naar de leveranciers gegaan. Onder de nieuwe financiering valt de meerderheid buiten de boot. Maar, benadrukt VWS, “we blijven investeren in PGO’s (‘de geldkraan gaat niet dicht’) en zelfs meer dan we nu doen, maar de verdeling wordt selectiever.”
Deadline
De PGO-leveranciers voelen zich door het optreden van VWS in de hoek gezet. Dat er een nieuwe financieringsvorm komt, kunnen de meesten wel billijken. Maar de wijze waarop dit gebeurt vinden ze niet kunnen. Zo is het onduidelijk wanneer de aanbesteding wordt afgerond. De oorspronkelijke deadline was 1 juli, maar volgens betrokkenen is een datum in het najaar waarschijnlijker.
Shake out
Om mee te kunnen doen aan de aanbesteding, moeten de PGO-aanbieders dus maanden zonder inkomsten overbruggen. Veel PGO-leveranciers vrezen de budgetstop dan ook niet te overleven. Onder aanbieders leeft het gevoel dat VWS een officieuze shake out is begonnen alvorens de aanbesteding zijn beloop kan krijgen. Als er PGO-leveranciers omvallen betekent dit voor duizenden gebruikers discontinuering van de dienstverlening.
VWS erkent dat het precieze verloop van de aanbesteding zich moeilijk laat voorspellen. “De procedure kent veel mogelijkheden om vragen te stellen en bezwaar te maken”, reageert het ministerie. “Dat bevordert de zorgvuldigheid, maar kan wel tot langere duur van de aanbesteding leiden.”
Discontinuering
Tot serieuze problemen zou dit volgens VWS niet moeten leiden. “Van de grotere PGO’s mag je verwachten dat ze een periode moeten kunnen overbruggen. Dus het risico op ‘discontinuering van de dienstverlening aan vele duizenden gebruikers’ is relatief laag. Als er PGO-leveranciers omvallen dan zijn dat hoogstwaarschijnlijk leveranciers met vrijwel geen gebruikers.”
Primaire inkomstenbron
Ook is de PGO volgens VWS voor de meeste aanbieders “niet de voornaamste of enige bron van inkomsten”. Daarbij was de eerdere subsidieregeling nooit bedoeld als primaire inkomstenbron. Bovendien is de PGO-markt de facto al grotendeels uitgekristalliseerd; 95 procent van de markt is volgens VWS in handen van vier leveranciers. “Het beperkte aantal actieve leveranciers is deels ook de aanleiding voor de meer selectieve financieringsvorm”, aldus VWS. “Ter illustratie: van de 25 leveranciers die bij de start van de regeling subsidie hebben ontvangen heeft bijna de helft het stadium van een werkend PGO niet bereikt. Voor hen is ‘het doek nooit opgegaan’.”
Gevolgen gebruiker
De gevolgen van eventuele faillissementen zullen volgens VWS voor de gebruikers beperkt blijven. “Als een PGO failliet gaat dan moet deze volgens het MedMij Afsprakenstelsel een portabiliteitsrapport kunnen opleveren aan de gebruiker”, laat het ministerie weten. “Dit is een format van alle data die in de PGO staat. Dit kan een gebruiker dus eenvoudig meenemen naar een andere PGO. De gebruiker kiest dan een nieuwe PGO waarin de data weer kan worden opgehaald. De PGO die failliet gaat, verliest ook gelijk de mogelijkheid om via MedMij gegevens uit te wisselen.”