Huisartsen Kennemerland gaan werken met Digitaal Gezondheidscentrum

dutchhealthhub
25 januari 2024
5 min

Zorg op afstand hoeft de nauwe band tussen huisarts en patiënt niet te verbreken, maar kan deze juist versterken. Dat is één van de conclusies van Arien Mol. Zij onderzocht of het Digitaal Gezondheidscentrum, een initiatief van diverse zorg- en welzijnsorganisaties in regio IJmond, past bij de dagelijkse praktijk in de huisartsenzorg. 

Arien Mol (links op de foto) voerde haar onderzoek uit in het kader van de opleiding klinische informatica aan de TU/e. Sinds juli 2023 nemen de eerste patiënten vanuit het Rode Kruis Ziekenhuis deel in het het Digitaal Gezondheidscentrum. Het doel van de begeleiding is om mensen met chronische ziekten meer zorg en ondersteuning op afstand te bieden en zo te bevorderen dat ze meer grip krijgen op hun eigen gezondheid. Het gedachtegoed van positieve gezondheid staat daarbij centraal.

Het Digitaal Gezondheidscentrum werkt nauw samen met verschillende zorg- en welzijnsorganisaties in de regio, waaronder het Rode Kruis Ziekenhuis, de ViVa! Zorggroep, Huisartsen Zuid- en Midden-Kennemerland, Heliomare, het sociaal team Beverwijk, de buurtsportcoach en de Vitale Huiskamer. En het worden er steeds meer.

In het Digitaal Gezondheidscentrum zijn verpleegkundige telecoaches via een app het eerste aanspreekpunt voor de patiënt. De verpleegkundig telecoach begeleidt de patiënt op diverse manieren, met aandacht voor fysieke, mentale en sociale aspecten van gezondheid. Bijvoorbeeld door het signaleren op geleide van thuismetingen zoals bloeddruk en hartritme. En ook door het voeren van gezondheidsgesprekken en ondersteunen in het behalen van gezondheidsdoelen, al dan niet samen met zorg- en welzijnspartners in de regio.

Minder zorgpersoneel nodig

Dit digitale werken op afstand past helemaal bij de nu noodzakelijke regionale initiatieven om samen met verschillende zorgpartners de zorg te transformeren naar een meer toekomstbestendige vorm, stelt Mariëtte Willems, huisarts en CMIO bij Huisartsen Zuid Kennemerland. “Patiënten zouden veel meer zelf kunnen doen, de kwaliteit van zorg gaat omhoog en er is minder zorgpersoneel nodig. Want dat is de enorme zorg voor de komende decennia. Het Digitaal Gezondheidscentrum is een stap in die richting.”

Naast zelfmonitoring is de benadering vanuit een positieve gezondheid belangrijk bij het Digitaal Gezondheidscentrum. Dat centrum gaat uit van wat de patiënt zelf wil in zijn gezondheid en welbevinden, van fysiek tot mentaal en sociaal.

“Hoe kunnen we de veerkracht van een patiënt, ondanks een chronische ziekte, positief stimuleren?  We weten bijvoorbeeld dat mensen die veel schulden hebben ook heel veel andere problemen hebben”, legt Willems uit. “Die schulden kunnen zo veel stress geven, dat het moeilijker wordt om je leefstijl te veranderen. Je vindt dan ook meer chronische ziektes bij mensen met veel schulden.”

Aansluiten bij huisartsen

De noodzaak is duidelijk, maar hoe hoe werk je als huisartsen toe naar een integraal model in samenwerking met regionale zorg- en welzijnspartners én belangrijke rol voor techniek?  Over telemonitoring in de tweede lijn is steeds meer wetenschappelijke literatuur beschikbaar, maar voor de eerste lijn is dat er nog weinig. Arien Mol ging samen met begeleider Mariëtte Willems aan de slag om te onderzoeken hoe het Digitaal Gezondheidscentrum het beste zou kunnen aansluiten bij de huisartsen.

Ze raadpleegde het CMIO Netwerk Eerste Lijn om inzicht te krijgen in hoe andere huisartsen omgaan met vergelijkbare initiatieven. En onderzocht de uitdagingen  om te bepalen wat wel en niet werkt. Met die input richtte ze een werkgroep op, bestaande uit een mix van huisartsen, praktijkondersteuners, patiënten en praktijkmanagers. Deze groep organiseerde werksessies waarin het concept van het Digitaal Gezondheidscentrum werd geïntroduceerd en vervolgens werd onderzocht hoe het in de praktijk kon worden toegepast. Verder vergeleek ze de NHG-richtlijn met ketenzorgprogramma’s en bracht het applicatielandschap in kaart.

Band tussen huisarts en patiënt blijft

Er was aanvankelijk in de werkgroep enige weerstand om patiënten van de huisartsenpraktijk over te dragen naar een centraal punt, vertelt Mol. Wat buiten kijf stond, was dat de relatie tussen huisarts en patiënt heel belangrijk is, vult Willems aan. “Er is steeds meer bewijs dat de persoonlijke continuïteit van de huisarts met de patiënt daadwerkelijk leidt tot een langer leven, tot minder ziekenhuisopnames tot minder complicaties. Dat zijn aspecten die we heel graag willen behouden. Hoe ga je dat dan doen terwijl je tegelijkertijd meer zorg op je af ziet komen? De band met de patiënt is de kern van de huisartsenzorg. Werken met een app, zoals het Digitaal Gezondheidscentrum, kan de band juist ondersteunen. De patiënt krijgt de mogelijkheden om zelf grip te krijgen op zijn gezondheid en heeft contact met de huisartsenpraktijk als dat van waarde is en niet omdat het protocol dat zegt.”

Geen bundel zorgpaden

Het onderzoek richtte zich met name op patiënten met chronische ziekten zoals COPD, diabetes, hypertensie en hart- en vaatziekten. De zorg wordt nu aangevlogen per zorgpad. Uit het onderzoek blijkt dat dat anders moet.  “We moeten patiënten niet als een bundel zorgpaden zien,  maar als geheel’, vertelt Willems. “Dat was een mooie bevinding. Veel chronische aandoeningen hebben een grote gemene deler als het gaat om wat je kunt doen aan leefstijl, maar ook om psychische problemen of meer sociaal-maatschappelijke problemen. Als je die basis goed op orde krijgt als patiënt, kun je veel klachten verminderen. Natuurlijk wisten we dit al. Het was heel nuttig om uitgewerkt te zien hoe we dit kunnen aanpakken.”

Adviesrapport

De bevindingen van het onderzoek zijn verwerkt in een adviesrapport dat momenteel in conceptfase is en binnenkort wordt afgerond. Het rapport concludeert in ieder geval dat het Digitaal Gezondheidscentrum potentieel waardevol is voor huisartsenpraktijken. Het stelt voor om het op te bouwen met generieke bouwblokken die te gebruiken zijn voor verschillende chronische zorgpaden, te beginnen met patiënten met een te hoge bloeddruk.

Willems: “De volgende stap is een pilot. Daarin gaan we dit langzaam opbouwen om te kijken of dit nou ook daadwerkelijk leidt tot minder consulten bij de zorgprofessionals. En ook of patiënten en zorgverleners er tevreden mee zijn. ”

Hybride zorg

Mariëtte Willems benadrukt dat het essentieel is om hybride te blijven werken en niet alleen afhankelijk te zijn van een app. Er moet eerst samen met de patiënt een plan komen. De patiënt geeft daarin aan wat hij of zij belangrijk vindt. Ze pleit verder voor meer kruisbestuiving tussen de verschillende sectoren, zoals de ziekenhuiszorg en de huisartsenzorg, waarbij professionals vanuit verschillende sectoren van elkaar leren.

“Mensen moeten niet meer gelijk vanaf hun opleiding al in één zorgsector zitten en daar niet meer uitkomen. We moeten veel meer van elkaar leren en dat kan onder andere doordat externe opdrachten worden gedaan in een andere zorgsector.”

Het Digitaal Gezondheidscentrum heeft in ieder geval het potentieel om de zorg te verbeteren, patiënten meer regie te geven over hun gezondheid en zorgprofessionals pro actiever te laten handelen, aldus Willems. “Het gaat natuurlijk niet om de app, dat is slechts een middel, maar om hoe de zorg eruit kan zien als je breder nadenkt.”

Zorg op afstand  is één van de centrale thema’s tijdens Zorg & ICT 2024. Het grootste health tech event van Nederland wordt van 9 tot en met 11 april gehouden in Jaarbeurs in Utrecht. 

 

Bekijk dit artikel en meer op dutchhealthhub.nl

Gerelateerde artikelen